maandag 16 augustus 2010

Blijf braaf

Ik heb gedurende lange tijd veel aardigheid beleefd aan het actief deelnemen aan de Fora over mijn favoriete vakantieland. Ook het lezen van blogs over Floridareizen gaf mij veel voldoening. Toch bekroop mij de laatste tijd een gevoel van verzadiging bij het lezen van en eventueel reageren op de topics en blogs. ‘Hoe is het weer volgend jaar dinsdag in Miami?’, ‘Zijn er ook koffers met knopen want ik krijg de rits zo moeilijk dicht?’ en ‘Wie weet of ze in Tallahassee opblaasbare vensterbanken verkopen?’ waren nooit mijn favoriete topics, maar ik worstelde me er blijmoedig doorheen om daarna weer met plezier aandacht te besteden aan onderwerpen die mijn belangstelling wel hadden.

Ernstig werd de verzadiging toen er op mijn favoriete Florida Forum met enige regelmaat niet te ontwijken berichten over een goedbedoeld handeltje in stickers en snoertjes verschenen. Steeds meer had ik het idee op een Rijnreisje terecht te zijn gekomen, waar de kapitein nog even een verplicht commercieel praatje houdt, voor je aan tafel mag aanschuiven. “Hoera ze zijn er weer, die fantastische Florida koelkastmagneten, profiteer er van nu het nog kan”, roeptoetert de kapitein, als het even kan drie maal daags. Omdat ze allemaal in hetzelfde schuitje zitten, jubelen passagiers en bemanning dat ze het een hele fijne aanbieding vinden, maar God hoort hen brommen.

Het aantal bloggers steeg in de afgelopen tijd enorm. Toegegeven, hierdoor steeg ook het aantal lezers van mijn eigen blog en ook daar had ik veel plezier in. Maar met de stijging van het aantal blogs, nam de afwisseling en de spanning bij het lezen helaas niet altijd toe. ongetwijfeld leggen alle bloggers hun ziel en zaligheid in hun reisverslag, de inhoud blijft voorspelbaar. We gebruiken immers allemaal min of meer dezelfde basiselementen zoals het vliegen, het eten, het slapen, het shoppen en het grote genieten in Florida. De bespreking van de zoveelste Victoria’s Secret/Chevrolet Aveo/Blooming Onion/Disney attractie/Tropische regenbui *) in een blog, werd mij te gortig.

Forummers en bloggers vormen een hechte community waar ik met plezier een aantal jaren actief deel van uit mocht maken. Maar nu, juist omdat ik er aan hecht de stemming in Huize Teleton opperbest te houden, is het voor mij tijd om te verkassen. Had ik mij, toen wij aanspraak maakten op ons zuurverdiende pensioenpotje, immers niet voorgenomen om voortaan nooit meer iets te doen waar ik geen zin in heb? En ik heb even niet zoveel zin meer in fora en blogs over Florida. Noch in de Blooming Onion, noch in blooming boops & bloomers van het secreet Victoria, laat staan in de plastic pastaprut van Martinair.

Vanaf nu voeg ik mij weer bij de categorie stille lezers van blogs en fora over Florida. Geen reacties meer, geen commentaar, geen advies, geen vragen, welkomstwoordjes en zelfs geen mening. Voor mijn columns over vakantie, fietstochtjes, verzorgingstehuizen en wat mij nog meer bezighoudt, zoek ik een beschut plekje op het internet. En om te voorkomen dat vriendelijke forumleden en trouwe volgers van mijn blog zich heel misschien zullen afvragen waar die Teleton ineens is gebleven, schrijf ik hier een laatste berichtje om te laten weten dat Lidy en ik het gelukkig prima maken en dat de stemming hier onverminderd uitstekend is. En als er niets verandert, dan blijft dat zeker zo!

Blijf braaf allemaal, houdoe en dadde ge bedankt zijt, da wittege!

*) svp doorhalen wat niet van toepassing is.

dinsdag 3 augustus 2010

Mondje dicht…..

Vandaag hadden wij om 11 uur een afspraak met de Burgemeester van onze Gemeente om de aanvraag van mijn nieuwe paspoort af te handelen. Enige maanden geleden had de burgervader mij reeds schriftelijk verwittigd dat het document op 26 augustus zijn geldigheid verliezen zal. Maar niet getreurd, tegen betaling van slechts vijftig euro en negentig cents zou mij op verzoek een nieuw exemplaar worden uitgereikt.

Mits ik aan de nieuwe voorwaarden zou voldoen, natuurlijk. En die voorwaarden zijn niet mis. Kijk, dat wij voortaan vingerafdrukken moeten laten maken, vooruit. In mijn tijd gebeurde dat alleen wanneer de boven ons gestelden je van een zwaar misdrijf verdachten, maar in het kader van beter méé verlegen dan óm verlegen neemt De Overheid heden ten dage van iedere burger de afdruk van wijsvinger en duim in bewaring. Voor je eigen veiligheid wordt de informatie ook in de chip van je paspoort opgeslagen. Who cares, want je ziet er toch niets van. Niemand zal zeggen: “Goh, mijn vingerafdrukken stonden toch zo raar op de scan, ik herkende ze bijna niet…”.

Hoe anders is dat met de hedendaagse pasfoto. Deed men vroeger zijn best om zo charmant en aantrekkelijk mogelijk op de pasfoto te verschijnen, tegenwoordig wordt dit je onmogelijk gemaakt door de ingewikkelde wet- en regelgeving. Ik  vervoegde mij een poosje geleden bij  vakfotograaf Verschoore met het klemmend verzoek voor negen euro en negentig cents vier identieke foto’s van mij te schieten die aan de zware eisen zouden voldoen en waarmee ik ook nog eens voor de dag zou kunnen komen. De fotograaf zag er nauwkeurig op toe dat de breedte van ooraanzet  tot ooraanzet minimaal 16 en maximaal 20 millimeter bedroeg. Vervolgens werd de lengte van kin tot kruin op de  vereiste afstand gebracht, te weten minimaal 26 en maximaal 30 millimeter. Verschoore zette mijn hoofd recht naar voren, zorgde dat de ogen op één horizontale lijn stonden en rechtte mijn afgezakte schouders. Ik vond dat al veel werk voor een tientje, maar we waren er nog lang niet.

Want nu kwam het moeilijkste gedeelte. Eerst kostte het mij nogal wat moeite om de voorgeschreven blik in te stellen. Te streng, te arrogant, te lullig, te guitig, te droevig passeerden de revue. Uiteindelijk bereikten Verschoore en ik de juiste neutrale blik waarmee ik de komende vijf jaar menig grensbewaker zal moeten verleiden om tot het Beloofde Land toegelaten te worden. Nadat dit eenmaal was gelukt, werd mij verzocht mijn gulle lach achter gesloten lippen te verbergen. Ja, ho eens even…ik ben van 1952. Onze generatie kende alleen de schooltandarts met zijn amalgaamvullingen. Wij hadden geen orthodontist en die aan onze binnen- of buitenbeugels in onze bekkies sleutelde om de bijtspijkers in het gareel te houden. Wij kenden geen slotjes, elastiekjes, blokjes en plaatjes. Wij hebben levenslang een overbeet en lachen ongewild de hele dag al onze tanden bloot, hetgeen zo kenmerkend is voor de vrolijkheid van de vijftiger en zestiger jaren. Niks geen bescheiden glimlach voor mensen van onze generatie; wij hebben grote snakkers en dat willen we weten! Ons grote voorbeeld was Broer Konijn of Anky van Grunsven!Snapshot_20090706

Maar voorschrift is voorschrift, dus ik besloot de mond dan maar met de hand gesloten te houden. Verschoore wees mij er echter op dat er in de regelgeving nadrukkelijk staat dat er geen zichtbare ondersteuning op de foto mag staan. Krampachtig hield ik de mond gesloten hetgeen de herkenbaarheid van de definitieve foto niet ten goede komt. Maar hij voldoet aan de voorschriften. Persoonlijk prefereer ik toch een big smile.!Snapshot_20090706_1

Bij aankomst op het Gemeentehuis meldden we ons bij het beeldscherm dat de receptioniste sinds kort vervangt en kregen we een bonnetje. T605, neemt u plaats in de wachtruimte. Precies op tijd verscheen mijn nummer op het scherm waarop ik mij, met de vertrouwde brede glimlach, mijn bijna ongeldige paspoort en de pasfoto die volgens Verschoore aan alle vreselijke voorwaarden voldoet, samen met Lidy bij de balie van de Burgemeester vervoegde. Deze bleek de aanvraag van de paspoorten aan een beambte gedelegeerd te hebben. Wij slikten onze teleurstelling dapper weg en wensten haar een goede morgen.

Volgens mij word je van het afnemen van vingerafdrukken erg depressief. Wij hadden deze indruk al bij de Immigrationsofficers in de VS gekregen en ook bij deze mevrouw kon er geen grimlachje vanaf. ‘t Kan natuurlijk zijn dat zij een bijzonder strakke beugel had, zij was in ieder geval niet het zonnetje in huis. “Meneer Teleton?” klonk het vragend vanachter de balie, zonder dat ze mij een blik waardig keurde. “Present, sergeant”  dacht ik en kon nog net een saluut aan de baret onderdrukken. ”Linkerwijsvinger,” commandeerde ze, terwijl ze naar de scanner voor mij op de balie wees. “Zo waarlijk helpe mij God almachtig,” bromde ik bozig terwijl ik virtueel de hakken tegen elkaar klapte en de pink aan de vouw van de broek bracht. Vanwege de overbeet dacht ze toch dat ik vriendelijk naar haar lachte. “Foto bij?” klonk het van gene zijde. Omdat Lidy aan mijn houding zag dat ik net een lollige opmerking in de geest van liever een extra portie pindasaus wilde maken, porde ze mij in mijn zij en maakte een snelle beweging met de wijsvinger naar de mond. O, ja, da’s waar ook. Mondje dicht, mum’s the word; er wordt hier ten Gemeentehuize niet gelachen! 

Een onzichtbaar aantal ambtenaren gaat nu de komende week voor mij aan de slag om nog iets van het paspoort te maken. En dat valt om de donder niet mee. De handtekening lukt nooit zo lekker als je hem precies in zo’n vakje moet zetten. De pasfoto spreekt voor zich. Dus nu maar hopen dat de scan van de vier vingers goed gelukt is, zo dat die er nog een beetje aardig op staan.

zondag 1 augustus 2010

Ik hoef niet meer….

In Het Huis waar tante verblijft, worden de eerste resultaten van bezuinigingen op de gezondheidszorg merkbaar. De leidinggevende, die Het Huis met hart en ziel bestierde, is vervangen. Er is een nieuwe, onzichtbare leidinggevende die ook verantwoordelijk is voor andere tehuizen. De medewerkers worden nu zo zwaar belast dat het ziekmeldingen regent en er is nauwelijks aandacht meer voor de inzet van de vrijwilligers. Kennelijk vindt de leiding het heel gewoon dat de vrijwilligers (één is zelf al hoogbejaard) zich belangeloos inzetten om het leven van hulpbehoevende bejaarden dragelijk en gezellig te maken. Een  vriendelijk woord of een klopje op de schouders is wel het minste wat zij verdienen.

Ook bij het groepje bewoners is er veel veranderd. Een aantal van hen  is van ouderdom gestorven, anderen zijn sterk achteruit gegaan. Ook aan tante knaagt de tand des tijds. Wij bezochten haar om haar verjaardag te vieren. Vorig jaar werd dit nog uitbundig gevierd met een high tea voor de bewoners, hun familieleden en de verzorgers. Zoveel drukte kunnen tante en de andere bewoners niet meer aan, dus kozen we, ook al omdat tante enige tijd geleden haar ondergebit zo goed verstopt heeft, dat niemand het meer terug kan vinden, dit jaar voor koffie met slagroomgebak. Daar laten we het bij; rumbonen en pindarotsjes zijn immers niet meer aan haar besteed.

Slagroomgebak gaat er in als  koek Zodra de doos met gebak geopend wordt, staat tante onmiddellijk op om de inhoud te inspecteren. Ze stopt een paar vingers in de slagroom en likt deze smakelijk af. Om schade aan de overige gebakjes te voorkomen, leiden we haar terug naar de stoel en serveren  haar snel een gebakje. Dit gaat er als vanouds in als koek!

IMG_1475Daarna is het tijd voor de aubade. Wij zingen met gemengde gevoelens “Lang zal zij leven” en zij zingt hartstochtelijk mee. Daarna doen we samen nog wat liedjes en gedichtjes, waarbij je goed merkt dat zij verder achteruit is gegaan. Tot voor kort  vulde zij, wanneer ik “Hela gij bloempje” zei, foutloos aan met “Slaapt gij nu nog”.
Nu moet ik met de tweede regel helpen, waarbij haar, net op tijd het laatste woordje te binnen schiet.  “Nog” zegt ze opgelucht, terwijl ze trots in de rondte kijkt. Dit is het gedeelte van het bezoek waar zij altijd het meeste schik in heeft. Wij “doen” nog even “Onder moeders paraplu” en “Poesje Mauw” en ik merk dat ook hier alleen de laatste woordjes nog lukken. Voor haar is de pret niet minder. Ook bij de vijftigerjarenverjaarsvisite-grapjes kraait ze het weer even uit. “Zeg, weet je van wie je de groeten moet hebben”, begin ik. Ze kijkt me guitig aan, alsof ze weet wat er komt. “Van m’n zus Nol, met haar houten hielen…..!” Tante lacht en dus is het goed. Even later probeer ik het nog eens “Zeg, heb jij hem nog gezien, de laatste tijd?” Weer die guitige lach, en zonder haar reactie af te wachten, zeg ik: “Die aap met die rooie kont…..” Ze lacht om mij te plezieren, maar haar ogen staan droevig.

Tante wordt na een poosje moe en onrustig. Ze staat steeds op om haar moeder te gaan zoeken. Soms stopt ze even bij de suikerpot en neemt een flinke lepel, nadat ze eerst uit haar ooghoeken heeft gekeken of niemand haar ziet. Zorgvuldig likt ze de lepel af en zet hem weer terug. Ze komt een momentje bij ons zitten. Begroette ze ons ons onlangs nog met een hartelijk  “Hallo lieverds”, nu kijkt ze ons een beetje bedroefd aan en zegt steeds weer: “Ik hoef niet meer, ik heb er geen zin meer in” .

Ze staat weer op. Niets of niemand houdt haar tegen, ook de zware branddeur naar de gang niet. Ze hoeft alleen maar op de knop te drukken en dan opent de deur vanzelf. Maar in de drie jaar dat ze hier verblijft, hebben we haar dit niet kunnen leren. Lang had ze nog kracht genoeg om de deur zelf te openen. Nu zit ze steeds beklemd als ze zich toch door de smalle opening die ze weet te maken, probeert te worstelen. Plots snappen we ook hoe ze aan die beurse arm komt.

We besluiten afscheid te nemen en wijzen nog eens op de bloemen die we voor haar 93ste verjaardag hebben meegenomen. “Neem ze maar mee terug,” zegt tante ernstig en wij denken ineens te begrijpen wat ze ons eigenlijk wil zeggen als ze er aan toevoegt: “Ik hoef niet meer……..”.